TMA Drijfveer

Volharding

De mate waarin de persoon wil doorzetten en vasthouden.

Kenmerkend gedrag:

  • Hoge volharding
    Wordt gedreven door doorzetten. Houdt van ingespannen werken en vasthouden. Volhardt graag in werkzaamheden, bijt zich hier in vast. Overwint eerder hindernissen. laat niet snel los; gevaar op doordrijven en aan “dode paarden” trekken.
  • Gebalanceerde volharding
    Vindt meestal evenwicht tussen doorzetten en hard werken enerzijds en loslaten anderzijds. Zal niet zonder slag of stoot opgeven als hindernissen zijn pad kruisen, maar zal ook weer niet tot het uiterste gaan. Rond werkzaamheden meestal voldoende af en heeft een gezonde werkhouding.
  • Lage volharding
    Werkt liever slim dan hard. Kan makkelijk iets loslaten, zeker als het veel moeite kost en er waarschijnlijk geen toch geen schot in zit. Gevaar op te snel loslaten en het niet afmaken van werkzaamheden, tenzij door iets anders gemotiveerd. Kiest de weg van de minste weerstand.

Aanlegfactor voor de TMA competentie: