Een gelijke mate van doelgerichtheid bij de teamleden vergroot de kans dat een team goed samenwerkt. Dat is een van de conclusies van een onderzoek naar de relatie tussen drijfveren en succesvol samenwerken. Het onderzoek is verricht door Manuel Dekker in het kader van zijn studie psychologie aan de Hogeschool Leiden.
Behalve doelgerichtheid zijn ook een vergelijkbare mate van dominantie, energie & actie en ontzag eigenschappen die voorspellen of samenwerking succesvol is. Teamleden die op elkaar lijken bij de score op deze eigenschappen kunnen waarschijnlijk productiever met elkaar samenwerken dan anderen.
Dekker, werkzaam als re-integratie adviseur bij het ministerie van Defensie, gebruikte voor zijn onderzoek de TMA-gegevens van 369 medewerkers van I-Interim Rijk, een pool van ict-experts die worden ingezet bij overheidsprojecten. Dekker heeft de talentenanalyses van productieve koppels vergeleken met de talentenscans van tweetallen die volgens hun leidinggevende minder goed hadden gepresteerd.
De bepalende eigenschappen die aan het licht kwamen, zijn slechts vier van de tweeëntwintig eigenschappen die met TMA worden gemeten. ‘Bij die vier eigenschappen gaat het erom dat de teamleden ze in ongeveer overeenkomstige mate bezitten’, aldus Dekker. ‘Bij dominantie hebben beide teamleden vaak een wat hogere score.’
Jan Prins, directeur van PRiMAN, leverancier van de TMA-methode bij I-Interim Rijk: ‘De resultaten zijn spectaculair. Manuel Dekker concludeert dat het toekomstige succes bij samenwerking in teams prima valt te voorspellen. Toepassing van zijn conclusies kan veel impact hebben op de praktijk.’
In praktische zin hoopt Dekker dat de resultaten behulpzaam zijn bij het samenstellen van productieve teams. ´Je kunt rekening houden met de bevindingen bij de samenstelling van teams.´ Dat wil niet zeggen dat teams waarbij de leden niet hetzelfde scoren op de vier eigenschappen taboe zijn. ´Het is wel raadzaam grote verschillen tussen de teamleden op bepaalde eigenschappen van tevoren te bespreken.´
Volgens Dekker betekenen de resultaten evenmin dat teams moeten bestaan uit medewerkers die heel erg op elkaar lijken. Teams hoeven geen eenheidsworst te worden. Dekker: ´Het is goed mogelijk dat teamleden op enkele eigenschappen ongeveer gelijk scoren, maar op andere drijfveren juist helemaal niet.’ Leidinggevenden vinden het immers vaak van belang dat teamleden elkaar aanvullen.
De uitkomsten sluiten aan bij psychologische theorieën over samenwerken. ‘Mensen vinden het prettig om te werken met anderen die op ze lijken. Daar voelen ze zich veilig bij. Ze hebben ook het idee dan ze dan meer zichzelf kunnen zijn’, aldus Dekker. ‘Uit ander onderzoek blijkt dat zowel medewerkers als hun chefs meer waardering hebben voor collega’s die niet te veel van hen verschillen.’
Dekker ziet de resultaten van het onderzoek als een eerste stap. ‘Dit onderzoek is gedaan bij koppels en onder ambtenaren. Het is interessant te onderzoeken of je bij grotere groepen en andere beroepen vergelijkbare uitkomsten krijgt.’