Om de redding van woningcorporatie Vestia niet in de weg te staan, is topman Erik Staal vandaag teruggetreden. Ondanks dat de change of control clausule in de derivaten overeenkomsten met de Deutsche Bank en AbnAmro dit juist ontmoedigen – Vestia moet nu namelijk met extra garanties over de brug komen – was deze stap onvermijdelijk. Zelden zal de publieke opinie zich zo eensgezind tegen een topman gekeerd hebben. In de afgelopen 15 jaar van zijn heerschappij heeft Erik Staal met zijn eigengereide optreden zoveel weerstand opgeroepen dat niemand de kans om hem te wippen voorbij wilde laten gaan.

10 jaar geleden heb ik een grote opdracht voor hem gedaan en hem toen vrij goed leren kennen. Altijd met stoppelbaard en gekleed in spijkerbroek bestuurde hij Vestia in zijn eentje. Hij had er de wind goed onder. Als Erik het ermee eens was gebeurde het, en zo niet dan niet. Zo simpel was het. Vestia was een a-politieke organisatie: er werden geen spellletjes gespeeld, best bijzonder voor een publieke instelling.

Erik maakte van Vestia een ge-oliede overname machine (in de corporatieland heet dat fusies). In omvang verdrievoudigde de organisatie, maar de RvB bleef bestaan uit 1 man. Daardoor was het ook een relatief goedkope constructie, ondanks het in vele ogen buitensporige salaris van de topman.

Erik bestuurde Vestia als een ondernemer en beschouwde Vestia als zijn onderneming. Maar dan wel een maatschappelijke onderneming. Waar de winst niet wordt uitgekeerd in de vorm van bonussen of aan de aandeelhouders, maar aan de klanten: de huurders. Precies wat we nu van bijvoorbeeld de bankensector verwachten: maafschappelijk ondernemerschap waarbij de belangen van de stakeholders centraal staan en niet die van de aandeelhouders. Wat dat betreft was Erik zijn tijd ver vooruit. Vestia was niet alleen de grootste woningcorporatie van het land, maar kweet zich ook vol overgave van haar maatschappelijke taak om de stad te vernieuwen. Vestia incasseerde niet alleen de huurpenningen maar was verreweg de meest actieve bouwer van nieuwe woningen voor huurders.

De enorme geldingsdrang van Erik lijkt hem nu fataal te worden. De bouwopgave die hij Vestia had opgelegd, vergde een enorme financiering. Financieel directeur Kees Wevers was dan ook een belangrijke man in de organisatie. In goede jaren verdiende Kees veel geld met de bancaire activiteiten, geld dat direct werd teruggeploegd en het mogelijk maakte dat Vestia grote investeringen kon doen en toch de huren laag houden.

Hoewel de miljarden waar het nu over gaat geen verlies zijn (het betreft bankgaranties waar Vestia gewoon rente op ontvangt) is het tijdperk waarin niet-financiele instellingen mogen bankieren wel voorbij, vrees ik. Ondanks dat ik verwacht dat ook nadat dit weer achter de rug is, zal blijken dat de balans voor Vestia toch positief zal zijn.

Het is te hopen dat het door Erik gepraktiseerde maatschappelijk ondernemen niet nu on hold wordt gezet door de politiek. Ik heb groot respect voor het lef waarop hij tegen de gevestigde consensus van vriendjespolitiek en risico’s vermijden inging. Als een echte ondernemer heeft hij risico’s genomen wetende dat hij als persoon uiteindelijk alleen maar kon verliezen.